Iedereen die cup cakes eet, is een gevaar voor zichzelf

Kort verhaal 3.

De beginzin voor dit verhaal moest zijn: Iedereen die cup cakes eet, is een gevaar voor zichzelf

Iedereen die cup cakes eet, is een gevaar voor zichzelf. 

Waar slaat dat nou op vroeg ik me hardop af. Carolien hoorde het en was het er wel mee eens. ‘Waarom?’, vroeg ik.

‘Oh, het is zo lekker’, zei ze. ‘Als ik er van gegeten heb, kan ik er gewoon niet afblijven’.

Sinds onze kleindochters wat groter worden, heeft ze ‘partners in crime’.

Als we oppassen, worden ze helemaal enthousiast  als Oma voorstelt om cup cakes te maken. Natuurlijk heeft Oma allerlei attributen aangeschaft  waarmee ze de mooiste vormpjes kunnen maken.

Ze helpen met het beslag maken en scheppen het beslag in de vormpjes.

Af en toe werp ik een blik in de keuken. Wat een puinhoop is het op het  aanrecht maar Oma en de kleindochters gaan onverstoord verder waar ze mee bezig zijn.

Oh, wat is dat beslag lekker. ‘Mogen we de lepel aflikken, Oma?’.

Oma vindt het allang goed en kan het niet nalaten soms zelf de mixerhaken af te likken.

De oven is inmiddels op temperatuur en Oma zet de cupjes met het beslag een tijdje in de oven. De cup cakes zijn nauwelijks uit de oven of de dametjes willen de  cup cakes al versieren.

Oma kijkt van een afstandje toe om te zien hoe mooi ze de cup cakes versieren. Ze heeft zelfs een boekje aangeschaft waarin wel tachtig grappig gedecoreerde creaties in staan. Voorlopig hoeven ze zich op een regenachtige middag niet te vervelen.

Opa ontkomt er natuurlijk niet aan de  gemaakte cup cake te proeven.

‘Hmm, lekker‘, zegt Opa maar hij zal er niet verslaafd aan raken. De dametjes glunderen.

‘Mogen we ze meenemen, Oma? Mama vindt ze vast ook heel lekker’. 

Opa vindt het een prima idee want anders eet Oma ze op. Opa is niet zo’n zoetekauw.