Vanuit Macedonië een dagje naar Albanië.


Toen we besloten hadden om dit jaar met vakantie naar Macedonië te gaan, hoefden we niet lang na te denken om in die vakantie een dagtrip naar Albanië te maken.
Albanië, een land dat ons nieuwsgierig maakte omdat het zolang afgesloten was van de buitenwereld. Dertien juni  was het zover, een dagje naar Albanië stond op het programma.

Omdat Albanië zelden in het nieuws is, even wat wetenswaardigheden over Albanië. Het land is zo groot als België, dus relatief een klein land.
Het meer van Ohrid (waar wij verblijven) is voor een derde van Albanië.
In dit meer leeft een speciaal soort forel die alleen hier leeft en steeds minder voorkomt. In Macedonië is het verboden om deze te vangen maar in Albanië is dit verbod er niet.
Het grenst ook aan het Prespa meer en dat is voor een deel van Macedonië en voor een deel van Albanië. De grens loopt door deze twee meren heen, aan de andere kant ligt de Adriatische Zee.
De grens met Albanië is pas sinds zo’n 13 jaar geopend, voordien mocht er niemand in of uit.
Onze gids vertelde dat in de tijd van Hoxha, de dictator, het met de economie van het land maar niet wilde vlotten, de wegen en huizen in heel slechte staat verkeerden en de bevolking bij vlagen op het randje van hongersnood balanceerde, Hoxha 700.000 bunkers liet bouwen omdat hij bang was voor een inval vanuit het buitenland .
De bouw van elke bunker kostte hetzelfde als de bouw van een bescheiden flatje, waaraan een groot tekort was in Albanië
Met name China onderhield nauwe betrekkingen met dit land, nog steeds te zien aan de Chinese fietsen en paraplu’s in het straatbeeld.
Het land heeft uiteindelijk meer dan 40 jaar geleefd onder een dictatuur. Momenteel ontwikkelt het land zich razendsnel en hopen ze ook toeristen binnen te halen. De hotels worden de grond uit gestampt. Tegelijkertijd is 40% van de bevolking werkloos..

Om 8.45 uur stonden we onderaan de weg weer te wachten op het busje van Lale tours. We stonden er nog niet lang of een jong stel dat aan de andere kant van de weg stond, vroeg of we ook naar Albanië gingen.
Het jonge stel dat uit Den Helder kwam, was me ook al opgevallen bij de gate op Schiphol  door de broek die de jongen droeg(als het een klein kind was geweest, had ik gezegd dat het een drollen vanger was. Zo laag hing zijn kruis!).
We reden weer naar Pestani . Nadat door Cobi de douaneformulieren waren ingevuld, gingen we met Christina op pad naar Albanië.
Christina was een jonge vrouw waarvan de ouders nog in Nederland woonden. Zelf woonde ze bij haar schoonouders in Orhid.
Met de chauffeur en Christina mee zaten we met elf personen in het busje waaronder een Frans echtpaar dat in Calais woonde.
In zo’n twintig minuten reden we van Pestina naar de grens.
Eerst moesten we door de Macedonische douane en driehonderd meter verderop door de Albanese. Na een kwartier oponthoud reden we naar Pogradec  in Albanië.

Zo mooi als de bergen in Macedonië zijn begroeid, zo kaal zijn ze in Albanië. In het communistische verleden moesten alle bomen gekapt worden en moesten de bergen terrasvormig worden uitgehakt.
Dit om de bevolking aan het werk te houden. Ze zijn enigszins bezig om dit weer te beplanten.

Pogradec ligt in het zuidoosten van Albanië, aan het meer van Orhid.
Onderweg naar Pogradec hadden we al mensen op het land zien werken met heel eenvoudige middelen. Er is veel landbouw.
Vanaf de grens was het twintig minuten rijden naar Pogradec.
In Pogradec dronken we een kop koffie. De cappuccino smaakte goed.  Christina vertelde dat in deze stad alleen mannen op een terras mochten zitten, de vrouwen moesten werken.
In de buurt van het hotel maakten we een aantal foto’s o.a. van een schoenenpoetser op de hoek van de straat.   

Na de koffie reden we naar een stad meer naar het zuiden gelegen, Korce.
Korce ligt niet ver van de Griekse grens en is een stad met zo’n 80.000 inwoners. Met de bus was het zo’n drie kwartier rijden vanaf  Pogradec.
Onderweg zagen we veel huizen in aanbouw. Christina vertelde dat hoe dichter een huis bij de weg werd gebouwd, hoe meer indruk men maakte.

We werden in Korce ,net buiten het centrum, af gezet door de chauffeur.
We gingen lopend de stad in. Eerst kwamen we over een terrein waar mensen hun tweede of derde hands spullen probeerden te verkopen. Oud gereedschap, oude radio’s en televisies , koelkasten, kleding etc etc.
Het leek de pony markt in Heeten wel maar dan nog een graadje erger.
De buurt waar we doorheen liepen, zag er niet al te welvarend uit.
We  liepen verder door de straten van Korce en kwamen op een markt waar groente, fruit en kruiden etc werden verkocht.
De huizen zagen er nog behoorlijk verpauperd uit, elektriciteit en andere  kabels hingen allemaal in de lucht.
Verder lopend kwamen in een steeds moderner en beter uitziend deel van Korce terecht, een plein met tal van terrassen en barretjes.
Het plein zou  in een Nederlandse stad niet misstaan!
In Korce mochten vrouwen wel gewoon op een terras zitten, deden dat ook en zagen er modern gekleed uit.
Toen kwamen we in de PC Hooftstraat van Korce volgens Christina. Het zag er inderdaad heel luxe uit, de winkels, straat en terrassen.
We gingen lunchen in een restaurant aan het eind (of begin) van de straat vlakbij de karakteristieke kerk die daar staat. Het eten smaakte goed en zelfs de witte wijn was te drinken.

Na de lunch reden we naar een klein dorp in Albanië, Pustec gelegen aan het Prespa meer. Pustec is de kleinste stad van Albanië, er wonen voornamelijk etnische Macedoniërs.
We waren nauwelijks in het dorpje of er stond een oma te wachten die geknuffeld wilde worden. Ook Carolien werd langdurig door oma geknuffeld. Volgens Christina  had  oma  maar 50 euro pensioen in  de maand en verdiende  ze door sokken in alle maten te breien  er wat geld bij.
Sokken hadden  we genoeg maar Carolien had medelijden met oma en een vrije gift  was het gevolg ( 60 denar). Als iedere toerist oma dat zou geven had ze een goed inkomen.
Volgens mij had oma het nog niet zo slecht want ze woonde in een kast van een huis!
Na geknuffeld te hebben met oma liepen we verder door het dorp, het stonk er naar mest die overal op straat lag. Kippen liepen door het hele dorp vrij rond.
Midden in het dorp stond naast een huis een bepakte ezel die natuurlijk op de foto moest.
We kwamen in een huis terecht dat van de oudste weerman in Europa was geweest en nu als een soort museumpje was ingericht. Oude werktuigen, spinnenwielen en foto’s uit het verleden konden we bekijken.
 In de tuin stond nog het weerkastje waarmee hij zijn waarnemingen mee had gedaan. Hij was een paar jaar geleden op 89 jarige leeftijd overleden.

Vanuit Pustec reden we huiswaarts, naar Orhid. We kwamen door een andere douanepost en reden zo’n 50 kilometer door het nationale park Galicia.
Eerst kwamen we langs het Prespa meer ( 58 meter diep) en zagen het pelikaan eiland (golem grad) midden in meer liggen. Van half april tot half oktober verblijven er veel pelikanen op het onbewoonde eiland.
In het Nationale park leefden volgens Christina  zwarte beren, wolven, lynxen , slangen en grote schilpadden. Geen van deze dieren hebben we overigens gezien in onze vakantie!
Van oktober tot half april was de weg waarop we reden onbegaanbaar door  sneeuw.
Tegen zes uur waren we weer in ons hotel. Een mooie dag zat erop  waarbij we grote verschillen in welvaart hebben gezien.
We hebben  er zowel ultramoderne dingen gezien als  dingen van honderd jaar terug in de tijd als je richting platteland gaat.
Het verschil met Macedonië viel ons erg mee.

Christina vertelde dat er nog geen directe chartervluchten naar Albanië waren maar dat  binnen vijf jaar wel zou veranderen. We hebben natuurlijk maar een heel klein deel van Albanië gezien maar het land trekt ons wel om er in de  toekomst naar toe te gaan.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ik word er gek van ……

Angstige momenten (deel4) - Slot. Lees in dit lange blog wat Julia in een paar dagen allemaal meemaakte en hoe het uiteindelijk met haar en Tim afliep..

Angstige momenten (deel 3).