Angstige momenten. Een poging tot een kort spannend verhaal.
‘Tim, waar
blijf je nou?’ zei
Julia boos toen ze hem eindelijk aan de telefoon kreeg. ‘Wat zeg je, Juul, ik kan jou bijna niet verstaan,’ hoorde ze Tim zeggen.
‘Ik vroeg
waar je bleef, ’ probeerde ze het nog een keer door
een luidere stem op te zetten.
‘Ik sta hier voor de deur van het huis
waar jouw opa en oma vroeger woonden maar ik krijg de deur niet open en ik sta
hier in de sneeuw te vernikkelen van de kou.’ Lichte paniek was hoorbaar in
haar stem.
‘Juul, probeer het eens bij de
achterdeur of kun je anders niet een tijdje in de auto gaan zitten. Het duurt
nog wel even voordat ik bij jou ben want het sneeuwt hier behoorlijk en er
staat een heel harde wind waardoor de stuifsneeuw voor veel problemen op de weg
zorgt. Er is bijna geen doorkomen aan en ik heb al verschillende auto’s met
pech langs de kant weg van de weg zien staan.’
Ze baalde behoorlijk. Zelf was Julia,
al voor de sneeuwbuien uit, vanuit Bergen via de Afsluitdijk naar het huis gereden
dat midden in een bos lag, in de buurt van Sneek.
‘Waarom ben je dan ook niet wat eerder
van huis gegaan. Je wist dat dit weer voorspeld was,’ zei ze op een boze toon.
‘Ik sta hier, in the middle of nowhere,
in mijn eentje voor een dichte deur met geen enkel ander huis, dicht in de
buurt. Het zal niet lang meer duren voor het donker wordt en dan zit ik in zo’n
eng leeg huis, dat al jaren lang leegstaat.’
‘Juul, sorry maar Ik moet nu ophangen,’
zei Tim ‘ want ik zie dat de batterij van mijn telefoon bijna leeg is. Hij
staat al in het rode gebied, de batterij is nog maar voor 12 % opgeladen.’
Kwaad verbrak Julia de verbinding.
Tussen het hoge gras liep ze door de
vers gevallen sneeuw naar de achterkant van het huis. Ze schrok toen ze om de
hoek van het huis kwam. Eerst wilde ze haar mobiele telefoon weer pakken maar
ze liet de telefoon waar hij was. In de zak van haar jas. De ruit van de
achterdeur was ingeslagen en toen Julia aan de deur voelde bleek hij open te
zijn.
Jarenlang had het oude landhuis
leeggestaan nadat Paake en Beppe na een brand niet meer naar het huis waren
teruggekeerd omdat Beppe een steeds groter gevaar in huis werd door steeds meer
dingen te vergeten vanwege haar dementie en Tim’ s opa en oma daardoor in het
plaatselijke bejaardentehuis waren
terecht gekomen.
Plannen waren er in de loop van de
jaren genoeg geweest om het huis te herbouwen maar tot nu toe had niemand de
daad bij het woord gevoegd. Totdat Tim aan zijn ouders verteld had om er wel
voor te voelen het huis te gaan opknappen, daarom stond ze nu voor de deur.
Tim had er goede jeugdherinneringen aan.
Vele jaren had hij in de zomer wekenlang bij Paake en Beppe gelogeerd en vele
keren was hij samen met Paake met de zeilboot het water op geweest. Als het
goed was, lag de zeilboot nog steeds opgeslagen in de schuur.
Het begon al te schemeren. Wat moest
ze doen. Voorzichtig duwde ze de deur open en ging op zoek naar een lichtknop. Ze keek om zich heen maar kon geen lichtknop ontdekken in
het halfduister. Ze pakte haar mobiele telefoon en drukte op de knop van de
zaklantaarnfunctie. Eindelijk kon ze zien waar ze liep en scheen ze met het
licht van de telefoon door de kamer. Ze stond in de keuken, en hoorde het
geluid van een druppende kraan. Zou die kraan al die jaren gelekt hebben? Vroeg
ze zich af.
Het rook na al die
jaren nog branderig en toen ze goed keek zag ze dat het plafond zwart geblakerd
was. Op de plek waar vroeger waarschijnlijk de eettafel gestaan had, hing een
enkel peertje aan het plafond. Ze liep de keuken uit de kamer in. Er stonden
meubels in de kamer die er al jaren moesten hebben gestaan en er hing een
tinnen lamp met een glazen kap boven de salontafel.
Nog steeds had ze geen
lichtknop kunnen ontdekken tot ze een knop zag vlak naast de deur naar de gang.
Ze drukte op de knop en de lamp boven de salontafel ging aan.
Ook hier hing nog
steeds een rooklucht. Ze keek nog eens in het rond en toen zag ze pas de schouw
met de open haard. Verbeeldde ze zich het of zag ze nog een lichte gloed tussen
de as.
Ze begon zich steeds
minder op haar gemak te voelen, hier alleen in het grote huis. Toch was ze ook
wel een beetje nieuwsgierig.
Zou ze Tim nog een keer
proberen te bellen of niet? Ze besloot nog even te wachten.
Ze opende de deur naar
de gang en nauwelijks in de gang voelde ze de draden van een spinnenweb in haar
gezicht. Toen ze op de lichtknop drukte voordat ze de trap opliep, flikkerde de
lamp op de eerste verdieping even en ging toen uit.
Voordat ze haar
telefoon had kunnen pakken, voelde ze iets langs haar benen weg schieten.
Met het licht van haar
telefoon scheen ze door de gang en zag een jong katje, weggedoken in een hoek,
zitten. Och, wat lief dacht ze even maar toen ze zag ze de grote spin op de
muur zitten. Als ze ergens bang voor was dan was het wel voor spinnen.
Aan de ander kant van
de trap liep ze naar boven, de spin angstig in de gaten houdend.
Weer meende ze geluiden
te horen. Stonden er ergens deuren los of maakte een raam het geluid.
Eenmaal boven voelde ze
aan de deuren. Drie ervan kon ze opendoen maar de vierde deur zat op slot. Ze
legde haar oor tegen de deur maar hoorde niets. Waarom zat die deur dicht, het
was niet de deur naar de badkamer want die was gewoon open. Misschien wist Tim
waarom die deur op slot zat. Als hij kwam, wilde ze hem het direct vragen of
die deur vroeger ook altijd dicht gezeten had. Ze drukte nog eens hard met haar
kont tegen de deur maar de deur gaf geen krimp.
Nog steeds hoorde ze
het geluid. Met het hart bonzend in haar keel liep ze de trap op naar de tweede
verdieping. De trap kraakte.
Eenmaal boven opende ze
de deur van een kamer. In de hoek van de kamer stond een schommelstoel die nog enigszins
heen en weer ging. Ernaast lag een oude slaapzak op de grond en het raam stond
open.
Opeens schrok ze enorm
want een kraai vloog vlak langs haar heen naar buiten. Ze keek naar buiten maar
in de sneeuw waren alleen haar voetsporen te zien. Ze liep naar beneden toen ze
de telefoon hoorde. Zou ze hem opnemen
of niet?
Wordt vervolgd …. Waarschijnlijk.
Reacties
Een reactie posten