Angstige momenten (deel 3).
Buiten in de kou drong
het pas weer tot haar door waar ze was en keek ze vlug of Tim’ s auto er
misschien al stond. Geen spoor van Tim’ s auto.
Julia bedacht zich geen
moment en rende naar haar auto. Zittend in de auto deed ze de deur direct op
slot, maar ze zag door de sneeuw op de ruiten helemaal niets. Julia startte de
auto en zette de ruitenwissers aan maar er was geen beweging in te krijgen. Er
lag al veel te veel sneeuw op.
Ze barstte in huilen uit
beseffend dat ze de auto uit moest om de ruiten sneeuwvrij te krijgen. Wanhopig
ging ze op zoek naar een ruitenkrabber? Eindelijk vond ze die onder de andere
spullen in het dashboard kastje. Voor ze de deur open deed, wilde ze toch Tim
nog een keer proberen te bellen. Bij haar laatste telefonische contact met hem had
hij haar verteld dat hij de oplader van de automobilist had mogen gebruiken die
ook met pech langs de kant van de weg stond. Ze was blij dat ze hem in geval
van nood kon bellen.
Ze voelde in haar jaszak.
Geen telefoon. Ze had haar mobiele telefoon binnen laten liggen toen ze het
huis uitrende.
Ze verzamelde al haar
moed en keek in de auto of er niet iets in de auto lag waarmee ze zich kon
verweren als iemand haar zou willen aanvallen. Vergistte ze zich of had ze even
daarvoor niet een spuitbus in het dashboardkastje zien liggen. Ze klapte het
kastje open en ja, gelukkig daar lag een spuitbus met pepperspray. Ze pakte de
spuitbus, deed de deur van de auto open en ontdeed de ruiten in een razend
tempo van zoveel mogelijk sneeuw en stapte weer in. Met een zucht van
opluchting deed ze deur weer op slot, startte de motor en zette de
ruitenwissers op maximale snelheid. Eindelijk zag ze weer wat.
Ze had met hoge
snelheid willen wegrijden maar de sneeuw die inmiddels 10 -15 cm dik was
belette het haar. Nog steeds vielen er grote vlokken uit de lucht. Op sommige
plekken was de sneeuw door de harde wind opgestuwd tot sneeuwwallen van wel een
halve meter of hoger. Er was bijna geen doorkomen aan. Af en toe vielen
plotseling grote hoeveelheden sneeuw uit de bomen naar beneden op haar auto
waardoor ze plotseling geen zicht meer had.
Eenmaal buiten het bos,
op weg naar Sneek, begon ze zich aftevragen
waar ze naar toe zou gaan. Ze kende hier verder niemand en er brandde in
vrijwel geen enkel huis nog licht.
Ja, het politiebureau
was misschien een mogelijkheid om naar toe te gaan en haar verhaal te doen maar
het was inmiddels na middernacht. Zouden ze haar wel serieus nemen of haar niet
voor gek verklaren?
Zo reed Julia nog een
tijd doelloos rond en besloot toch maar weer naar het huis van Tim’ s opa in
het bos te rijden. Misschien was Tim inmiddels wel bij het huis aangekomen en zou
hij zich ongerust afvragen waar ze was.
Julia reed het bos weer
in en vlakbij het huis zette ze even het grote licht aan om te zien of ze iets
bijzonders zag. Alles leek nog hetzelfde als toen ze in paniek naar buiten was
gerend.
Nadat ze was uitgestapt
en de auto op slot had gedaan, zocht ze een weg in de duisternis. Al haar
voetstappen van enkele uren daarvoor waren al weer bedekt door de vers gevallen
sneeuw.
Voor ze het echt besefte, zag Julia dat de fauteuil
waarin ze eerder op de avond nog gezeten had omgedraaid in de kamer stond. Even
stond ze door de schrik aan de grond vastgenageld. Ze wilde wegrennen maar ze
struikelde over het kleed dat op de vloer lag. Toen ze omkeek zag ze dat de
stoel weer stond zoals hij eerder gestaan had en zag iemand met een capuchon
over het hoofd en een donkere bril op vlak achter haar staan. Hij opende zijn
mond en ze hoorde weer een bulderend gelach. Dezelfde lach als die ze eerder
aan de telefoon had gehoord.
Reacties
Een reactie posten