De vlucht. ( waarom slaat Claire op de vlucht en houdt zich tijden schuil in een uithoek van het land?)
Het
was half oktober. Overal lagen omgewaaide bomen en takken op de weg.
Gisteravond was door de weerman aan het eind van het journaal al gewaarschuwd
voor het slechte weer dat op komst was.
Het
KNMI had code oranje afgekondigd voor
grote delen van het land. Aan de noordelijke kust kon de zware storm, met
windstoten met mogelijk uitschieters van 120km/uur, tot in de late avond
aanhouden. Ook kon plaatselijk in korte tijd meer regen vallen dan anders in
een hele maand normaal was. Zelfs in het binnenland kon het behoorlijk te keer
gaan en konden de windstoten nog een snelheid van zo’n 80 km/uur bereiken.
Wat
een weer. Apathisch stond Henk-Jan, de eigenaar van het enige hotel in het dorp
dat in het oosten van het land lag, niet ver van de Duitse grens, naar buiten
te staren. De regen geselde al uren lang de ramen en de storm had er voor
gezorgd dat een aantal dakpannen van het dak waren gewaaid en in gruzelementen
op de grond lagen.
Het
was zaterdagavond en normaal was een groot deel van de tafeltjes bezet door
mensen, die wisten dat in het eenvoudige hotel voor weinig geld van een goede
maaltijd genoten kon worden. Het was bijna negen uur en de enige vier gasten
die ondanks het slechte weer waren gekomen, stonden op het punt aan hun dessert
te beginnen.
Plotseling
stopte een grote Hummer vlak voor de deur, iemand stapte uit en de auto reed
direct daarna met grote snelheid weg.
Vrijwel
meteen ging de deur open en stapte een sjiek geklede vrouw van middelbare
leeftijd het hotel binnen. In haar hand had ze alleen een kleine linnen koffer.
De
twee aanwezige vrouwelijke gasten deden alsof ze druk bezig waren met het
smakelijke toetje maar konden het niet nalaten om te proberen iets op te vangen
van het gesprek dat gaande was tussen de vrouw en Henk- Jan, de eigenaar.
Toen
Henk-Jan haar binnen zag komen, had hij haar eerst nieuwsgierig aangekeken en zich
afgevraagd wat deze mooie vrouw, alleen op dit late uur, in deze godsverlaten
uithoek van het land kwam doen. Nooit eerder had hij haar gezien en er was
vandaag ook door niemand een afspraak gemaakt. Wie was die vrouw en wat wilde
ze?
In
de zomer bleven er wel gasten enkele dagen of een week in het hotel overnachten
maar als de schoolvakanties voorbij waren, moest Henk-Jan het toch voornamelijk
hebben van de gasten die kwamen eten of van de vrijgezelle mannen uit het dorp
die ‘ s avonds kwamen biljarten of een biertje kwamen drinken.
Op
zo’n manier dat de andere gasten het wel moesten horen, vroeg ze of nog iets
kon eten. Alhoewel de keuken al gesloten was, zei Henk-Jan dat hij nog wel iets
voor haar wilde klaarmaken.
‘
Is er ook nog een kamer vrij? ’ vroeg ze met een verleidelijke glimlach.
Henk-Jan begon lichtelijk te blozen.
‘Zo
ja, kan ik die voor een maand, of nee, twee maanden huren,’ vroeg ze er meteen
achter aan. Hij knikte toen zij een envelop tevoorschijn toverde waarin heel
veel papiergeld zat.
Aan
haar stem te horen, kwam ze zeker niet uit deze omgeving, eerder uit het westen
van het land.
‘Ik
zal U zo de kamers laten zien. Alle vier kamers zijn nog vrij. In dit
jaargetijde zijn de kamers vaak niet verhuurd, meestal rond de feestdagen in december
zit het hotel vol.’
‘Mooi,
dat komt goed uit,‘ was het enige dat ze zei.
‘U
moet niet al te veel luxe verwachten, mevrouw ……,’ zei Henk-Jan. ‘Claire, zei
ze. ‘Noem me maar Claire.‘
De vaste gasten die op het punt stonden weg te
gaan, hadden alles aanschouwt en hadden verbaasd gekeken naar het hele
gebeuren.
De
storm was wat in kracht afgenomen en de regen kwam niet meer met bakken uit de
lucht. Nadat de gasten vertrokken waren, liep Henk-Jan voor Claire de trap op
naar boven. Hij had haar koffer willen dragen maar ze hield hem stijf tegen
zich aangedrukt.
Nadat
hij haar één van eenvoudig ingerichte kamers had laten zien die uit niet meer
bestond dan een kleine zithoek met een tafel en stoel, een bed, een wasbak en
een douche, vond ze het prima en liep Henk-Jan naar beneden. Hij hoorde dat ze
de deur aan de binnenkant op slot deed.
Een
uur later was alles in het hotel netjes opgeruimd en besloot Henk- Jan een
borrel in de huiskamer te drinken met Rita, zijn echtgenote.
Henk-Jan
had nauwelijks een slok gedronken toen Rita vroeg of hij het niet raar vond dat
zo’n mooie sjiek geklede vrouw zolang een kamer in haar eentje had gehuurd
terwijl ze alleen maar een kleine koffer bij zich had. Ja, enigszins vreemd is
het wel want toen ik haar in wilde schrijven, beweerde ze dat geen enkel geldig
identiteitsbewijs bij zich had.
‘Claire,
is de naam,’ had ze gezegd. Henk-Jan geloofde niet dat het haar werkelijke naam
was maar kon het geld goed gebruiken om deze slechte maanden van het jaar door
te komen.
Het
eerste had Claire het raam op haar kamer een eind opengezet nadat ze de deur op
slot gedaan had, want het stonk ontzettend naar rook ondanks dat er een bord
niet roken op de deur hing.
Daarna
had ze haar jas, die toch nat was geworden, aan de kapstok gehangen, de lampjes
boven het bed aangedaan en de gordijnen, die er al jaren leken te hangen,
dichtgedaan.
Claire
pakte de kleine linnen koffer en zette hem op bed. Uit de binnenzak van haar
jas pakte ze een portemonnee en haalde een sleuteltje tevoorschijn. Voorzichtig
deed ze de slotjes open. Daar lag de CD en in de witte doek het oude pistool
dat jarenlang in de vitrine kast in de salon kamer had gelegen. Er zat wat
bloed op het handvat. Haar eigen bloed.
Nu
ze naar het pistool keek, gierden de zenuwen weer door haar keel maar ze genoot
ook van de verwarring die zich ongetwijfeld meester zou hebben gemaakt van haar
overspelige echtgenoot toen hij, na eerst in paniek op de vlucht te zijn
geslagen met de door haar ingehuurde callgirl, de volgende morgen haar niet
meer aantrof op de plek waar hij haar (de indringer) had neergeschoten. Hij zou
zich ongetwijfeld afvragen hoe het kon dat het lijk van zijn vrouw op
onverklaarbare wijze was verdwenen en er geen spoor meer zichtbaar was van wat
dat zich in hun huis had afgespeeld.
Toch
was ze niet helemaal tevreden hoe alles in de afgelopen vierentwintig uur
verlopen was, want ze had geen mogelijkheid de beelden van gisteren en wat zich
al die maanden ervoor in haar huis/slaapkamer had afgespeeld als ze voor haar
werk in Brussel of Straatsburg was, op de CD te bekijken.
Claire
was moe en schrok van de wallen onder haar ogen toen ze in de spiegel keek.
Eigenlijk wilde ze het liefst direct gaan slapen maar ze besloot eerst toch
maar een frisse douche te nemen. Misschien viel ze dan eerder in slaap.
Toen
ze haar schoenen uittrok en zich verder uitkleedde, zag ze pas de blauwe
plekken op haar lichaam die ze had gekregen van het veiligheidsvest.
Eenmaal
staand onder de douche kwam er nauwelijks warm water uit de kleine douche kop.
Het verbaasde haar niet toen ze om zich heen keek.
Waar
was ze in hemelsnaam terecht gekomen?
De
volgende ochtend wordt Claire tegen half tien wakker. In haar pyjama, die niets
aan de verbeelding overlaat, loopt ze de trap af en vraagt aan Henk-Jan of ze
nog kan ontbijten. Hij knikt.
‘Wil
je het boven op mijn kamer brengen?’ Vraagt ze. Hij moppert wat onverstaanbaars
en loopt naar de keuken.
Na
een kwartier gaat Henk- Jan de trap op en ziet de deur van de kamer op een kier
staan. De douche loopt. Henk-Jan klopt op de deur en zet het onbijt op een
tafeltje voor de deur.
Voordat
hij naar beneden loopt, werpt hij een blik door de kier en ziet de blauwe
plekken op haar rug.
Na
een uur komt Claire naar beneden en vraagt aan Henk-Jan of ze ergens kan
bellen. Het verbaast hem dat zo’n goed uitziende vrouw geen mobiele telefoon
heeft maar vertelt haar dat in het centrum van het dorp de enige overgebleven
telefoon cel staat. Vlakbij de enige supermarkt die het dorp rijk is.
Ze
kijkt even in het rond en ziet een telefoon op de balie staan.
‘Mag
ik niet daarvan gebruik maken?’ vraagt ze. Henk- Jan knikt en schuift de
telefoon naar haar toe. Als ze de hoorn van de haak neemt, loopt Henk-Jan naar
de keuken en hoort haar een nummer draaien.
‘Met
mij’ hoort Henk-Jan vanaf een afstand zeggen. Heel aandachtig luistert ze naar
degene aan de andere kant van de lijn. Zelf is ze de hele tijd stil en zegt ze
niets dan alleen ‘Hmm , Hmm’. Af en toe schiet ze in de lach.
Na
een kwartier hangt ze de telefoon weer op en vertrekt zonder ook maar iets te
zeggen weer naar haar kamer. Henk-Jan verbijsterd achterlatend in de keuken.
Op
haar kamer laat ze zich op bed vallen en schopt haar schoenen uit. Hardop
begint ze te lachen als ze terugdenkt aan wat haar jongste zoon haar zojuist
verteld heeft.
Tegen
de ochtend had Jochem een deur van een auto horen dichtslaan en even later was
zijn vader woedend de badkamer binnen gekomen waar Jochem in bad zat met zijn vriendin
en genoot van de champagne.
‘Wat
moet dat hier in mijn huis? Wat doen die
jongens en meiden hier? Het is een puinhoop beneden. Overal liggen er
wat te slapen, de drankflessen en de pillen liggen her en der op grond. Wat is
hier aan de hand?’
‘Rustig
pap,’ had Jochem gezegd. ‘Gistermiddag heb ik jou gezegd dat we op school een
feest hadden omdat ik geslaagd ben voor het gymnasium en dat ik na afloop van
het feest een aantal jongens en meiden waar ik altijd mee omga naar ons huis
zou meenemen om het feest voort te zetten. Jij hebt daar niet op gereageerd
omdat je steeds met iemand aan het bellen was. Ik heb je nog gevraagd met wie
je aan het bellen was. Omdat je nergens op reageerde, dacht ik dat je het wel
goed vond.’
Al
vrij snel was zijn vader zich anders gaan gedragen en had Jochem zijn vader op
allerlei plekken in huis zien zoeken. Met een blik in de ogen die Jochem nog
niet eerder in de ogen van zijn vader had gezien, had hij heen en weer gelopen.
‘Heb
je het jouw moeder niet gevraagd? Ik dacht haar gisteren hier nog gezien te
hebben.’
‘Wat
is er met jou aan de hand, pap en waar komt U op dit tijdstip in de ochtend vandaan?’
had Jochem hem met een gespeelde verbaasde blik gevraagd.
‘Ik
weet niet wat er is maar mama zit de hele week nog in Brussel. Ze heeft me
gisteren nog geappt.‘
Daarna
was Jochem de puinhoop van het feest gaan opruimen en had zijn vader niet
eerder weer gezien tot hij buiten aan het bellen was iemand. Woedend had hij de
telefoon van zich afgesmeten. ’Dit nummer is niet meer in gebruik’ had hij zijn
vader horen mompelen. Van kwaadheid had hij tegen de Austin Martin aangetrapt.
Claire
baalde ervan dat ze vergeten was haar laptop mee te nemen want ze wilde de
beelden op de CD zelf bekijken alvorens ze zou besluiten haar overspelige
echtgenoot te dwingen tot een zeer ruimhartige vergoeding naast de alimentatie
als ze eenmaal van hem gescheiden was.
Ze
had met de beelden een goede troef in handen om hem bij zijn werkgever aan de
schandpaal te nagelen en hem helemaal buiten te sluiten bij het Kerkelijk Genootschap
waar hij naast zijn werk verschillende
functies vervulde op hoog niveau als hij niet op haar eisen zou ingaan.
Dezelfde
middag besloot ze naar het centrum van het dorp te lopen en haar zoon Jochem te
bellen. Jochem beloofde de laptop de volgende dag te brengen.
Drie
weken gingen voorbij waarin nauwelijks iets gebeurde. Verschillende keren
probeerde Henk-Jan tijdens het ontbijt, lunch of ’s avonds bij het eten meer
van haar te weten te komen maar zonder enig resultaat. Ze ging nergens op in en
praatte alleen over het weer, dingen die ze in de krant las of ’s avonds op TV
zag.
Henk-
Jan begreep er niets van. Het enige dat ze in de afgelopen weken gedaan had,
was het kopen van veel eenvoudiger kleren, in het centrum bij dameskleding zaak
Jansen, dan de kleding die ze aanhad toen ze in het hotel arriveerde. Het leek
haar allemaal niets uit te maken.
Als
het weer het maar enigszins toeliet, maakte ze lange wandelingen in het bos en
door/ in de omgeving van het dorp. Ook, die woensdag.
Toen
ze tegen het middaguur terug wilde gaan naar haar kamer bonkte het hart in haar
keel toen ze vanuit de verte een zilvergrijze Austin Martin in de buurt van het
hotel zag staan. Was het de auto van Roderick, haar man?
Ze
stopte en verschool zich achter de dikke boom die er al honderd jaar stond.
Na
enige tijd ging het portier open en stapte iemand uit. Geen twijfel mogelijk,
aan het postuur te zien, moest het Roderick wel zijn. En ook aan zijn manier
van lopen herkende ze hem meteen.
Roderick
liep wat heen en weer en ging dan richting het hotel en wierp een blik naar
binnen. Naar binnen ging hij echter niet. Na korte tijd ging hij weer in de
dure, sjieke Austin Martin zitten en pakte iets van de stoel naast hem.
Henk-Jan
had alles gezien, ook het broodje dat naar binnen werd gewerkt, en vroeg zich
af wat deze man hier deed. Ook in de uren erna stapte de man een paar keer uit
de auto en leek opmerkelijke belangstelling te hebben voor het hotel.
Lang
was Claire niet achter de boom blijven staan maar was ze naar de telefooncel
gelopen en had Jochem opgebeld.
‘Pap
is hier in het dorp. Ik heb hem in de buurt van het hotel gezien. Hoe kan het
dat hij mij op het spoor is gekomen?’
Jochem
had haar verteld dat Roderick er al gauw achter was gekomen dat Claire niet
meer in Brussel werkte en in een onbewaakt ogenblik had Roderick op de telefoon
van Jochem gekeken en gezien dat ze hem verschillende keren had gebeld. Vandaar
dat hij daar nu was.
Aan
het eind van de middag liep ze terug naar het hotel, telkens om zich heen
kijkend of Roderick niet ergens opdook. Gelukkig de Austin Martin stond niet
meer bij het hotel.
Toen
ze het hotel binnen liep, keek Henk-Jan haar met een vreemde blik aan maar zei
niets. Ze ging naar haar kamer, deed de gordijnen dicht en liet zich de rest
van de avond niet meer zien.
De
volgende dag besloot ze haar advocaat te bellen.
Als
de gasten in het hotel zitten te eten die haar op die stormachtige avond het
hotel binnen zagen komen, zijn ze verbaasd als ze Claire in een uithoek van het
hotel zien zitten in kleding waarin ze zelf nooit zouden rondlopen. ‘Bij Jansen
gekocht, dat zie je zo, ’ zegt één van de twee vrouwen in het gezelschap.
‘Zit
ze hier nog steeds?‘ wordt er nieuwsgierig aan Henk-Jan gevraagd. ‘ Wat doet
dat mens hier? Ze hoort hier niet.‘
‘In
het dorp komen we haar ook wel eens tegen maar ze zegt geen boe of bah. Een
vreemd persoon.’
‘Ik
weet het ook niet,’ zegt Henk-Jan. ‘Of ze zit grote delen van de dag op haar
kamer, met de gordijnen vaak dicht, of ze is hele dagen aan het wandelen. Ik
vind het ook wel raar, zeker toen een paar dagen geleden een rare snuiter
constant het hotel in de gaten hield.
Maar
ja, ze zorgt voor wat omzet want ze eet wel bijna elke dag drie keer hier en
betaalt de huur keurig op tijd. Ook tegen mij zegt ze nauwelijks iets.’
Toch
kon Henk-Jan zijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen en pakt de volgende
morgen de reserve sleutel van haar kamer als de vrouw weer eens voor een lange
wandeling vertrokken is en gaat haar kamer binnen.
Het
is donker in de kamer want de gordijnen zijn nog dicht. Toch durft Henk- Jan de
gordijnen niet open te doen of het licht aan te doen. Met het weinige licht van
zijn mobiel schijnt hij door de kamer.
Het
bed is onopgemaakt en overal liggen kleren op de grond maar waar is de kleine
koffer die ze bij zich had toen ze voor het eerst het hotel binnenkwam?
Dan
ziet hij het koffertje, schuin onder het bed. Hij legt het op bed en doet het
open.
Nadat
hij wat lingerie op bed heeft gelegd, ziet hij de laptop en het CD-doosje
waarin een CD zit. ‘Belangrijk ’ staat er met een viltstift opgeschreven. Het
maakt hem nog nieuwsgieriger naar wat erop staat.
Dan
vallen zij n ogen van verbazing bijna open als hij het pistool vindt waar nog
bloed opzit. ‘ Dus dat is het, daarom houdt ze zich verscholen in deze uithoek
van het land.’
Als
Henk-Jan de CD in de laptop wil doen, hoort hij geluid achter zich. De klink
van de deur beweegt en Claire komt de kamer binnen.
Met
het schaamrood op de kaken, kijkt hij achterom en weet zich betrapt met de
spullen uit haar koffer open en bloot op het bed.
Claire
kijkt hem glazig aan en vraagt : ‘wat dacht je te vinden?’. Hij staat aan de grond genageld en mompelt
wat.
Claire
schudt haar hoofd en zucht eens diep voordat ze verder de kamer inloopt.
Maar
dan ziet hij dat ze niet alleen is. Achter haar komt een man de kamer binnen.
Henk- Jan valt van de ene verbazing in de andere.
Hij
herkent de man die binnengekomen is meteen aan zijn postuur. Het is de man die
een goede week eerder met zijn Austin Martin bij hem voor de deur stond en het
hotel een hele tijd in de gaten hield.
‘Geef
het koffertje met de inhoud maar aan hem,’ zei Claire met een lach op haar
gezicht. ’Kan hij de filmpjes nog eens bekijken en zien hoe ik na zijn vlucht
mijn veiligheidsvest uittrek. Alles is achter de rug. Het geld staat op mijn
rekening en de scheiding is er door.
‘Nou
begrijp ik het’ mompelde Henk- Jan.
Reacties
Een reactie posten