Eén van de dagen uit mijn leven die ik nooit zal vergeten.


Soms gebeuren er dingen in het leven die je nooit meer kwijtraakt. Zeker als je nog een kind bent, kunnen die een grote indruk op jou maken. Zoiets gebeurde bij mij ook in de vroege ochtend van 6 juni 1963 . De volgende dag zou ik 12 jaar worden.

Wij, mijn ouders, broers en zussen waren allemaal nog in diepe rust.
We woonden in het op één na laatste  huis van een zijstraat van de weg, die midden door het dorp, gelegen onder de rook van Deventer, liep met een mooi uitzicht over de weiden op de bossen van de Noorddijk in de verte.
Het dorp op de Noord Veluwe  was veel kleiner dan nu en had toen slechts een paar duizend inwoners.
Naast ons woonde alleen een tuinder. Hij was die ochtend al vroeg aan het werk op het land naast ons huis. Als hij aardbeien aan het plukken is, schrikt hij enorm . Het is twee minuten voor half zes. Hij ziet een vuurbol vanuit het niets door het kleine raam de slaapkamer binnen gaan waarvan hij weet dat er normaal 4 jongens op die kamer slapen. Hij rent naar ons huis.
In één klap  zijn we allemaal wakker- op mijn jongste zus na, die slapend van de trap wordt gedragen -en weten niet wat ons overkomen is. We zoeken een uitweg uit de puinhoop op de slaapkamer en de zolder en proberen via de trap naar beneden te komen  en vluchten naar buiten.
Eenmaal buiten, missen we onze oudste broer en blijven roepen. Na enige tijd komt het besef dat hij die nacht niet thuis was maar in de kazerne.
We worden in de buurt op gevangen. Langzaam dringt het besef bij ons door. dat we een ramp, waarbij doden hadden kunnen vallen, hebben overleefd.
  
Van onweer was die ochtend geen sprake. De angst voor onweer is er van jongs af aan bij mij ingeslopen.
Als het vroeger onweerde, zaten we met zijn allen in de huiskamer totdat het onweer voorbij was. Ook als we in bed lagen, werden we uit bed gehaald en mochten pas weer naar bed als mijn vader naar buiten was geweest, de lucht had bekeken en het sein veilig had gegeven. Soms kwam hij weer naar binnen en zei: ’ t onweer kan de Ijssel niet over. Het komt weer terug.‘ en zaten we beneden te wachten tot het onweer in de verte was verdwenen.

Als we op die ochtend, 6 juni 1963, in de kamer hadden gezeten, was het leed mogelijk niet te overzien geweest. De schade aan ons huis was enorm, gelukkig was er geen brand uitgebroken.
Toen we op een gegeven moment het huis weer ingingen, zagen we wat de vuurbal had aangericht.
Zelf waren we onder de zachtboard plafonds uitgekropen en hadden sommigen van ons in de spijkers getrapt op de vlucht.
Toen we op zolder kwamen wisten we niet wat we zagen. De druk moet enorm geweest zijn want het hele dak van het huis was enkele cm’s opgetild. De balken op zolder waren veranderd helemaal versplinterd.
De vuurbal had het elektriciteitsnet door het huis gevolgd.
Beneden in de gang zat de meterkast met de bakelieten stoppen. De stoppen waren door de deur naar de kamer geschoten en hadden alle glazen lampen kapjes van de hanglamp boven de salontafel geraakt en de scherven zaten als granaatscherven in de tegenoverliggende muur. Overal waren ruiten gesneuveld en waren de stopcontacten zwart verkoold.
Ik weet niet meer hoe lang het duurde voordat we weer in het huis konden wonen. Het hele gebeuren heeft toen zoveel indruk op mij gemaakt dat ik nu, bijna 56 jaar later, nog altijd blij ben als een onweersbui weer voorbij is.     
  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Ik word er gek van ……

Angstige momenten (deel4) - Slot. Lees in dit lange blog wat Julia in een paar dagen allemaal meemaakte en hoe het uiteindelijk met haar en Tim afliep..

Angstige momenten (deel 3).