woensdag 22 januari 2020

Onverwacht weerzien.( je ex voor het eerst sinds lange tijd ontmoeten ) en de ballonnen tovenaar . Twee korte verhalen


Onverwacht weerzien

Ze keek me aan op wel een heel venijnige manier, toen ze mij zag tussen de mensen in de ontvangst ruimte van het crematorium. Er waren zoveel mensen naar de crematie van de geliefde leraar van het gymnasium gekomen, zodat er zelfs buiten mensen in de rij stonden te wachten voordat ze naar binnen konden gaan. Behalve Ilse had ik nog verschillende oude bekenden gezien. Sommige waren met elkaar in gesprek, anderen luisterden naar klassieke muziek op de achtergrond.
Zelf had ik jaren les in natuur- en scheikunde gehad van de leraar die jaren later mijn schoonvader zou worden. Op een gegeven moment was hij zo vriendelijk mij bijles te geven omdat ik er slecht voorstond voor het vak natuurkunde. Met name de kwantummechanica bezorgde me de nodige hoofdbrekens.
De eerste bijlessen kreeg ik na schooltijd op het gymnasium maar na enige tijd werden de bijlessen bij Bart thuis gegeven. Zo ontmoette ik voor de eerste keer in mijn leven Ilse, zijn mooie dochter, die een klas lager op hetzelfde gymnasium zat. Het was begin jaren zeventig. Nietsvermoedend belde ik op een zomerse dag bij het huis van mijn natuurkunde leraar aan.
‘Wow,’ dacht ik toen Ilse in haar hotpants en haar korte truitje de deur open deed. ‘ Kom maar verder,’ hoorde ik haar vader op de achtergrond zeggen. Wat Bart me die middag ook probeerde bij het brengen, het had geen enkele zin. Met mijn hoofd was ik er niet bij. Ik zag steeds Ilse in gedachten.
Het duurde uiteindelijk nog jaren voordat we wat met elkaar kregen. Eind jaren zeventig kwamen we elkaar weer voor het eerst tegen, omdat we bij hetzelfde bedrijf kwamen te werken.
Ilse was nog niets veranderd. Ze zag er nog even mooi uit als ik me van vroeger herinnerde en ze was nog net zo spontaan. Na een half jaar woonden we samen en binnen vijf jaar werden twee prachtige kinderen geboren.
In de maanden na de geboorte van ons tweede kind raakte Ilse in een postnatale depressie. Lange tijd was ze zwaar depressief en zorgden mijn schoonouders voor onze kinderen wanneer ik voor mijn werk in het buitenland zat. Ons huwelijk was geen lang leven beschoren.
Ondanks de scheiding bleef de verstandhouding met mijn schoonouders goed en zagen ze hun kleinkinderen, die bij mij en mijn nieuwe vriendin woonden, regelmatig.
Onze zoon en dochter groeiden op en als pubers kozen ze ervoor toch bij hun moeder te gaan wonen toen ik voor mijn werk naar het buitenland verhuisde. In die jaren had ik weinig contact met mijn kinderen, hooguit via de telefoon. Ilse nam me dat kwalijk en het contact werd verbroken.
Bij de crematie zagen we elkaar voor het eerst in jaren. Tijdens de koffietafel kwam ze naar me toe, spraken kort met elkaar en maakten een afspraak om elkaar echt eens weer te ontmoeten.
Twee weken later hadden we een leuk, prettig gesprek. Bij het afscheid gaven we elkaar een hand, twijfelden even en kusten elkaar toen innig.  

De ballonnen tovenaar.


De bank in het park, waar nooit iemand zat, was bezet. Jarenlang had Thom niemand op de houten bank zien zitten wanneer hij in de middagpauze door het park liep, ook niet ‘s zomers als de bomen erom heen zorgden voor een mooie plek in de schaduw. Zelf was hij er ook nooit gaan zitten vanwege de vogelstront die op altijd op de bank zat en de eikenrupsen die in steeds groter aantal in de bomen zaten. Als hij eikenrupsen zag, kreeg hij al jeuk.

De eerste najaarsstorm had tientallen prachtige bomen doen sneuvelen. Ja, ook bomen die al meer dan honderd jaar in het stadspark stonden. Sommige zaten met de wortels nog gedeeltelijk in de grond, andere waren gewoon halverwege de stam afgeknapt.
Luchtfoto’s in de krant lieten het verwoestende spoor zien dat de storm door het park en andere delen van de stad had getrokken. Het was een triest gezicht. Jarenlang zou het duren voordat jonge aanplant het park weer een mooi aanzicht kon geven.

Thom herinnerde zich nog goed dat hij in zijn jeugd zomers met de klas van het gymnasium samen met de tekenleraar, die later een bekend kunstenaar zou worden, naar het  park fietste om daar tekenles te krijgen. Af en toe kwam hij zijn oude tekenleraar nog wel eens in de stad tegen, meestal vergezeld door een mooie vrouw die tientallen jaren jonger was dan hij zelf inmiddels wel moest zijn.

Een paar dagen na de herfststorm, waren plantsoenmedewerkers al druk bezig de gesneuvelde bomen met motorzagen in kleine stukken te zagen en daarna op te stapelen langs de kant van het pad. Ook rond de bank was het akelig kaal geworden. Thom zag dat de vogelpoep van de bank was verwijderd. Namen en hartjes die in het hout gekerfd waren, waren voor het eerst in jaren te zien.

Regelmatig was Thom een van de bekendste zwervers uit de stad op zijn wandeltochten tegen gekomen. Vaak met een fles wijn in de hand, een oude gitaar op zijn rug, luidkeels grappen makend naar voorbijgangers. Spelen op zijn gitaar kon hij de zwerver al een tijd niet meer vanwege de gesprongen snaren, toch waren de twee onafscheidelijk.
Soms vermaakte hij kinderen door het maken van de mooiste dierenfiguren van ballonnen wanneer hij op zijn vaste stek voor het warenhuis stond. Ademloos stonden de kinderen toe te kijken als hij de ballonnen in elkaar draaide. Razend vlug was hij nog steeds met zijn handen.
   
Al een tijdje had Thom de zwerver niet meer gezien en hij was dan ook verbaasd toen hij hem ‘s morgens vroeg zag liggen op een oude, versleten matras op de bank waar vroeger nooit iemand zat. Hij hoestte de longen bijna uit zijn lijf.‘ Gaat het?’ vroeg Thom bezorgd aan de zwerver, die hij vaak een euro had toegestopt.
‘Rot op’, zei een andere zwerver die naast hem zat. Thom trok er zich niets van aan, ging naast de man zitten. Pas uren later ontdekte Thom dat hij zijn telefoon miste.











zaterdag 11 januari 2020

Toeval ( kort verhaal)


De auto stopte vlak naast me bij de rand van het trottoir. Een zachte vloek ontsnapte aan mijn lippen. Wie was die idioot die het water liet opspatten. Ilse schrok ervan, keek naar de modderspetters die op haar fraai gevormde benen en op haar nieuwe schoenen zaten en botste daardoor bijna tegen een man aan die haar tegemoet kwam lopen.
‘Sorry meneer’ zei ze tegen de man. ‘Dat me dit nu moet overkomen net op het moment dat ik over een half uur een sollicitatie gesprek heb. Moet je zien hoe ik eruit zie.’ Hij kon een lach op zijn gezicht niet onderdrukken en stond op het punt om weer door te lopen.
Op dat moment zag ze pas wie hier voor verantwoordelijk was. Jochem, haar vriend waar ze de vriendschap nog maar een paar maanden geleden mee verbroken had.
Eerst liep ze door, maar hij bleef naast haar rijden en liet het raam van de auto aan haar kant naar beneden gaan. Ze keek hem met een venijnige blik aan.
‘Jochem, wat is er? Moet je kijken wat je gedaan hebt. Binnen het half uur heb ik, in tijden, het belangrijkste gesprek van mijn leven met iemand. Trouwens, hoe kom jij aan zo’n mooie auto?’
‘Stap vlug in dan breng ik jou wel. Waar moet je zijn?’ zei Jochem die rood aangelopen was.
Eerst wilde ze bij hem voor in gaan zitten maar ze bedacht zich. Ze stapte achter in en legde haar vieze voeten op de achterbank.
‘Zet me maar af bij het station dan loop ik het laatste stukje wel naar de Rabobank op de Singel. Het regent gelukkig al bijna niet meer.’
Ze zag in de achteruitkijkspiegel dat hij haar goed in de gaten hield en zat met zijn hoofd te schudden. Ilse had een flesje water uit haar handtas gehaald en was met een papieren zakdoekje druk bezig haar benen en de schoenen weer schoon te maken. Jochem vreesde zichtbaar voor het smerig worden van de mooie bekleding op de achterbank. Ilse ging echter onverschrokken door waar ze mee bezig was en propte de vieze zakdoekjes in het lege zijvak van de deur.
Op dat moment vertelde Jochem dat de auto helemaal nog niet van hem was. Ik ben vandaag bij een aantal garages geweest, op zoek naar een tweede hands auto, en heb deze mooie BMW voor een proefrit meegekregen. Opeens zag ik zag jou in de regen lopen en wilde je de auto laten zien. Nu liep Ilse rood aan en keek naar het zand dat op de achterbank lag.
Vlug veegde ze het zand van de mooie bekleding maar maakte het daardoor alleen maar erger.
In de verte zag ze het station. ‘Stop hier maar,’ zei ze.
Jochem stapte uit de auto en vroeg: ‘Hoor ik nog van je hoe het is afgelopen.’ Ik baalde nog steeds en ik ritste mijn jas dicht en draaide me om.


PS: voor mensen die regelmatig mijn blogs of verhalen lezen. Sinds kort ben ik actief op  schrijverspunt.nl  en op Hebban.nl.  Toeval staat ook te lezen op schrijverspunt.nl/ schrijfopdracht.

Bij Hebban doe ik mee met een verhaal voor de thriller 10 daagse 2020.  


 

Parkinson & bewegingsstoornissen- deel 1.

In een van mijn blogs op deze site schreef ik al eens:   Je hebt al genoeg mazzel als je geen pech  hebt . Ik kan helaas inmiddels bevestig...